Sam rende rustig naast Michael. Zijn borstkas ging in een gelijk tempo op en neer. Hij rende nog niet voluit en kom Michael makkelijk bij houden. Hij sprong over een boomstronk heen en landen zonder een enkel geluidje. Hij gromde zacht, de geur werd sterker. Zijn ogen vernauwde zich en hij trok zijn lip op. 'Wat is het...?' vroeg hij via zijn gedachten aan Michael. Misschien kon hij weten, d.m.v de gedachten van het ding, erachter komen wat het ding was. Hij rende iets sneller, maar hielt in toen ze bij de mistbank aankwamen. Het werd donker en de mist werd dikker, niet echt een prettige plek om te komen.