Het was een mooie avond. De zuidvleugel, die altijd de rustigste vleugel in het gebouw was, was nu helemaal leeg. Nou. op één iemand na. Een schim zoefde door de vaagverlichtte gangen. Chinouk hield er van als ze haar drukheid even kon afreageren. Bijna elke avond rende ze rond in de zuidvleugel. Geluidloos stormde ze de trap op en weer af. Ze zette haar poten af aan de muren en sprong zo van muur naar muur. Toen ze op de grond belandde bleef ze doodstil staan. Chinouk had het uiterlijk van een nogal grote grijze volwassene wolf, wat kwam doordat ze een weerwolf was. Dichtbij hoordde ze geneurie en voetstappen. Ze probeerde haar nogal luide ademhaling geluidloos laten te worden, wat half lukte. Niemand mocht weten dat ze hier was, want dankzij haar omvang konden zelfs weerwolven denken dat ze een doodgewone wolf was. En doodgewone wolven waren niet echt welkom. Het geneurie kwam dichtbij terwijl Chinouk een deur open probeerde te prutsen. Na een paar seconde ging de deur open en rende Chinouk snel het lokaal in, waar ze in het verste hoekje van het lokaal ging zitten en inelkaar dook. Een bijna onhoorbaar gejank kwam uit haar keel.